Over de kwestie Leitner-Mohr

Als bedrijven afscheid nemen van één van hun topmensen, dan volgt in de pers vaak een cryptische boodschap als: ”Wegens verschil van inzichten, hebben wij in goed onderling overleg, besloten de samenwerking niet langer voort te zetten”.
Ingewijden weten dan vaak te vertellen dat het al langer rommelde in het directieteam of dat de leden daarvan zelfs vechtend over straat rolden. Toch resulteert zo’n al dan niet gedwongen vertrek, in bijna alle gevallen in het herenakkoord dat er verder geen mededelingen worden gedaan over de aard en toedracht van het conflict. Het blijft dan ook doorgaans stil en men gaat over tot de orde van de dag.

Veel minder professioneel gaat dat in de politiek, in het bijzonder in de lokale politiek en dan al helemaal in Haarlem en zelfs nog een graadje erger bij lokale D66 afdeling. We hebben het natuurlijk over het gedwongen vertrek van raadslid Mohr die in de extra ingelaste raadsvergadering van 26 november een motie van afkeuring tegen de D66-wethouder van Spijk had gesteund (omdat hij in reactie op het verkeerd informeren van de raad, geen onderscheid wilde maken tussen wethouders van eigen of andere partij).
De eerste berichtgeving was nog betamelijk, ofschoon een gezamenlijke boodschap netter was geweest. Daarop volgde echter snel een nogal eenzijdig moddergevecht waarbij leden van de D66-afdeling –met hulp van de regionale pers-  lasterlijke en smadelijke pogingen deden om hun vertrekkende partijgenoot Diederik Mohr zwart te maken. Hij wordt afgeschilderd als een onbetrouwbaar man, zelfs een verrader en bovenal een contactgestoorde egoïst waarmee het echt onmogelijk is om samen te werken.

Behalve dat deze onder-de-gordel-reacties meer zeggen over het karakter van de roddelkonten in kwestie dan over het slachtoffer van de beschuldigingen, zijn deze pogingen voor ingewijden vooral buitengewoon ongeloofwaardig. Men hoeft maar een blik te werpen op het indrukwekkende CV van de verrassend jeugdige heer Mohr (1976) om te concluderen dat de strekking van de zwartmakerij niet waar kan zijn. Zie ook de vermelding: ruim 2 jaar vicevoorzitter van de D66-afdeling Haarlem! Dat laat je een contactgestoorde hork toch echt niet doen? Daarnaast heeft hij, ondanks zijn betrekkelijk jonge leeftijd, al een behoorlijk aantal prominente posities in het bedrijfsleven bekleed waarmee hij substantiële bijdragen heeft geleverd aan de samenleving. (Daar kunnen de ijdele querulanten en menig wethouder nog een punt aan zuigen. )

Dat een natrap-brief gelekt is en daar nogal nonchalant op wordt gereageerd door de D66-fractie, is bovenal een brevet van onvermogen voor fractieleidster Dilia Leitner.  Op de F-site heeft Ton F. Van Dijk zijn gedachte er over laten gaan. Hij concludeert dat hier mogelijk een groot probleem ligt voor Leitner als Mohr dit hoog opneemt. Als een fractielid zou hebben gelekt en Leitner gaat daar stilzwijgend in mee dan kan dat haar komen te staan op een aangifte wegens laster of smaad.
Waarschijnlijk is het nochtans niet. Want heeft een fractiegenoot wel gelekt? Een terechte opmerking van een voormalig D66-lid in de commentaren luidt dat het niet onwaarschijnlijk is dat het lek eerder gezocht moet worden in de kringen van Mohr zelf. Ofschoon niemand belang lijkt te hebben bij het lekken van de brief, lijkt Leitner toch de grootste verliezer.
Evenwel is er een gerede kans dat het een inschattingsfout betreft van een van de afdelingsleden van D66 Haarlem, die dacht hiermee het spel op de wagen te krijgen om de zetel van Mohr voor D66 te behouden. Als men de reacties op de publicaties leest, dan valt op dat tenminste een van de plaatselijke D66-coryfeeën, en dan ook nog  iemand die al eerder last heeft gehad van een geval van loslippigheid uit rancune, erg fel ageert! In zijn commentaren werd al vooruitgelopen op de inhoud van de brief die het Haarlems Dagblad op dat moment nog moest ontvangen. Geen hard bewijs, dus laten we alhier voorzichtig zijn, maar het lekken zal toch in eerste instantie in deze hoek gezocht moeten worden. Mede ook, omdat de heer Mohr zich vooralsnog bescheiden en terughoudend opstelt in het geven van reacties en ter verweer slechts volstaat met het noemen van enkele feiten.

Maar is het überhaupt wel belangrijk wie de aanstichter is? Want volgt er wel een aangifte tegen smaad of laster? Het zal Mohr misschien enig eerherstel geven, maar ten koste van wat en is dat nodig? In de kern gaat het om een uit de hand gelopen meningsverschil over de manier waarop een raadslid in een coalitiefractie moet fungeren (daar zullen beide partijen het over eens zijn).  De blamerende brief is “toevallig” uitgelekt. Jurisprudentie alhier wijst in de richting dat politici, al zijn ze lokaal, tegen meer dan een stootje moeten kunnen. In dat licht zien we dan ook de verzuchting van de heer Mohr “misschien hoort het er allemaal wel bij”… Waarbij de ondertoon natuurlijk er een is van chagrijn; “is dit nu allemaal echt nodig?”.

En daarbij de vraag: is Mohr wel zo beschadigd als een enkeling roept? Het Haarlems Dagblad kopt: “Het beeld van een lastig raadslid”. We kennen de brief zelf niet, maar als we het artikel nauwgezet lezen, krijgen we dat beeld dan ook? Nee, niet bepaald, leest en denkt u mee:

  1. We zijn niet over een nacht ijs gegaan:samenwerking was eigenlijk al in het begin niet goed. Gesprekken en verschillende bemiddelingspogingen hebben niet geleid tot verbetering.
    Valide argument om de samenwerking stop te zetten. Het geeft ook blijk van zorgvuldigheid dat het echt is geprobeerd op te lossen. Maar onder de streep: dat twee partijen het niet eens worden over samenwerking, is een zaak van twee hebben er schuld… Dat is natuurlijk iets anders dan de ondertoon alhier: Mohr weigert zich te conformeren aan de fractielijn. Verder natuurlijk ook hier het brevet van onvermogen voor de partijleiding om er iets van te maken. Hoe dan ook, Mohr gaat hier niet vrij uit; hem is hier zeker ook iets aan te wrijven.
  2. Mohr is niet bereid of in staat om kritisch naar eigen handelen te kijken.
    Iemand een gebrek aan zelfkritiek verwijten omdat hij niet doet wat jij wil, is natuurlijk nogal dubieus. Zeker gezien het feit dat het al tijden, ook voor de komst van Mohr, aan het rommelen was in de fractie. Het beeld ontstaat van schooljuf Leitner die geen orde kan houden en vindt dat ze het ondanks al die drukke en vervelende kinderen, het heel goed doet. Een nogal primaire reactie, getuigend van weinig zelfkritiek van Leitner zelf. Zeker als omdat ze net onder punt 1., zonder enig zelfreflectie of bereidheid mede schuld te dragen, Mohr heeft verweten zich niet te voegen in de gewenste samenwerking.
  3. D66 staat open voor een eerlijke mening, een ieder mag die vrij verkondigen. Mohr heeft de ruimte gekregen om een afwijkende mening te hebben en deze te uiten.
    Dit wordt ondertussen zo vaak in media geuit en benadrukt, dat men wel ernstige twijfel aan de waarheid ervan moet hebben. En die twijfel lijkt terecht, want er volgt een maarDe manier waarop… De vrijheid om een afwijkend standpunt in te nemen zou in dankbaarheid moeten geschieden. Hier lijkt een grote persoonlijke irritatie van Leitner te zitten. Als ik zeg dat je iets anders mag menen dan ik, dan moet je daar credit voor geven aan de fractie. Een drogreden natuurlijk; hoe kan Mohr zijn eigen standpunt alhier geloofwaardig verdedigen zonder impliciet de overige fractieleden te diskwalificeren? De fractielijn is politieke steun aan een wethouder die een faux-pas heeft begaan. De fractielijn is meten met twee maten, gezien de eerdere gele kaart aan wethouder Langenacker in niet eens een soortgelijke, maar veel lichtere situatie… Maar ja, Leitner wilde klaarblijkelijk Mohr compromitteren; je mag een keer zeggen wat je wil, maar ik wil er wat voor terug!
    En daarenboven iemand belerend de ruimte geven om van zijn grondwettelijk recht gebruik te maken er een mening op na te houden, getuigt van een opmerkelijke pedanterie.
  4. Mohr zou onvoldoende aanwezig en nauwelijks zichtbaar zijn geweest.
    De afwezigheid wordt gemeld, niet de aanwezigheid, en evenmin de redenen van afwezigheid en de gevolgen (wat is er mis gegaan?). Suggestief wordt hier een beeld gewekt van iemand die lekker thuis zijn schamele financiële vergoeding zit op te strijken, terwijl het misschien ging om ziekte of een onmisbaar familiemoment. Blijkens een facebook-reactie van Mohr zou het gaan om 9 keren van verzuim op zo’n 45 fractievergaderingen (waar hebben die mensen het toch over?); kortom 80% aanwezigheid.
    En als het gaat om zichtbaarheid, dan zijn vriend en vijand -al was het maar om punt 9- het over een ding eens; tijdens de commissie- en raadsvergadering is zijn aanwezigheid zeker niet onopgemerkt gebleven.
  5. Bewonersbijeenkomsten in de stad woont Mohr nauwelijks bij.
    Nauwelijks is niet niet! Om hoeveel gaat het er? En welke had Mohr waarom moeten bijwonen? Was hij daar als het nodig was? (In ieder geval wel een keer om een wethouder haar onbegrijpelijke afwezigheid te verwijten!) Wat zijn de gevolgen van zijn afwezigheid geweest? En hoe valt dit te rijmen met het volgende verwijt? Feeling met burgers krijgen doe je op door de gemeente geregisseerde bijeenkomsten en niet via social media?
  6. a. Mohr onderhoudt vooral vanuit eigen belang communicatielijnen en sociale media.
    Dat kunnen we hem niet kwalijk nemen; wie onderhoudt er nu om andermans belang communicatielijnen?  De ondertoon is natuurlijk: zie punt 3, het beperkt en voorwaardelijk mogen hebben van een eigen mening. Kennelijk heeft Mohr onvoldoende het fractiestandpunt via sociale media uitgedragen? Het punt lijkt eenvoudig oplosbaar; een gedragscode social media afspreken. Maar kennelijk is er toch nog ergens irritatie ontstaan bij Leitner?  In de uitingen op Facebook-site en Twitter-account van Mohr zien we geen aanleiding voor dit verwijt, maar ja, mogelijk heeft Mohr de betreffende uitingen op verzoek van de partijleiding al gewist?
    b. Daarbij zou Mohr zich denigrerend uit laten naar mede-fractieleden.
    Of iets denigrerend is, hangt er natuurlijk goeddeels van af hoe de ontvanger van de opmerkingen deze interpreteert. De zelfverzekerdheid die Mohr ten toon spreidt in zijn optreden, kan natuurlijk met enige kwade wil als arrogant worden geïnterpreteerd. Denigrerend? Het is lelijk als het waar zou zijn, maar onderzoek naar uitingen op social media leveren geen voorbeelden op. En dan nog, de eerlijkheid gebiedt te vermelden: gezien het soms teleurstellende optreden van enkele mede-fractieleden van D66 is dit als conflictpunt ook wel erg begrijpelijk…
    c. Zonder enige terughoudendheid zou Mohr het interne proces van de fractie met andere partijen en kanalen hebben gedeeld.
    Transparantie is een groot goed bij D66. Maar als je je ergens voor schaamt, spreek dan af het geheim te houden! En dan zonder enige terughoudendheid? Waar blijkt dat uit?
    De analyse van de social media accounts van Mohr lijkt Leitner overigens wel een beetje gelijk te geven. Er is één bewijsstuk gevonden waarin een mededeling over het proces wordt gedaan! Op 16 november twittert Mohr: De fractievergadering wordt luidruchtig onderbroken door het brandalarm.
    d. Dat ervaren wij als zeer onveilig en politiek niet verantwoord
    Wat zegt Leitner hier? Waar is ze bang voor? Waarom zou het onveilig zijn? Omdat ze dan niet meer vrij uit durft te spreken? Politiek onverantwoord? Wat speelt de D66-fractie voor spelletjes om als verklikker aangemerkt te worden als je tegen een ander raadslid iets zegt over “het proces”?
    Voor een ieder die de verrichtingen van Mohr het afgelopen jaar heeft gevolg, is de strekking alhier desondanks duidelijk. Het is geen geheim dat Mohr het op sommige vlakken prima kan vinden met een aantal leden van de oppositie. En het broeit in verhoudingen tussen coalitie en de oppositie in de gemeenteraad. Wat Leitner niet zegt, maar ongetwijfeld wel zo ongeveer zal hebben bedoeld: als je niet voor ons bent, ben je tegen ons. Daar kan kennelijk niet op punten in worden genuanceerd (uiteraard is het not-done om een coalitieakkoord op losse schroeven te zetten, maar er ligt altijd nog voldoende politieke ruimte bij aanvullende besluitvorming). Dat is natuurlijk jammer; als het politieke spel alhier dualistisch en zonder kinnesinne wordt gespeeld, heeft D66 hier een uitgelezen kans om in de samenwerking met bijvoorbeeld VVD haar liberale kant te tonen. Dat lijkt niet te mogen of te kunnen; de oppositie is de vijand!
  7. Dan het verwijt dat er geen binding is met het D66-gedachtegoed. Eerder zou Mohr al hebben aangegeven dat het hem eigenlijk niet uitmaakt voor welke partij hij in de gemeenteraad zit.
    Hier wordt de indruk gewekt dat Mohr een politieke opportunist is die geen enkele binding heeft met D66, terwijl het in de kern overduidelijk een conflict is tussen fractieleden van een lokale afdeling van D66. En dan nog; iemand die zo lang actief lid is van de partij? En die is geselecteerd om op de kieslijst te komen? En geschikt werd geacht, na een flinke crisis met andere leden, voor het raadlidmaatschap?
    Dat Mohr onvoldoende binding zou hebben met het gedachtegoed van D66 is totaal ongeloofwaardig en voor Mohr waarschijnlijk een grote belediging. Mogelijk dat hier een uit de verband gerukte zin betreft die heeft geuit omdat hij op een bepaald moment geen binding meer voelde met de toepassing van het gedachtegoed van D66 op dagelijkse praktijk bij de Haarlemse afdeling? Zulks is dan mogelijk een punt voor een “let’s agree, to disagree”-compromis, of een valide reden om de wegen te laten scheiden… Maar het kan en mag zeker niet gezien worden als afvalligheid van de partij en is al helemaal geen excuus voor zo’n aanval op de man.

 En dan misschien wel de twee belangrijkste punten:

  1. Leitner zegt: als we dan een inhoudelijk gesprek voerden, weet jij dossiers vooral te compliceren in plaats van politieke ruimte te creëren.
    Wat staat hier eigenlijk? Hoe moeten we dit anders lezen dan dat de heer Mohr bij inhoudelijke discussies komt met argumenten waarom de door het college ingezette lijn misschien beter kan?  Of is het waarschijnlijk dat het de heer Mohr behaagt om inhoudelijke gesprekken te saboteren met het noemen van neuzelpuntjes? Nee toch. Dat dit zo wordt voorgesteld zegt ongetwijfeld eerder iets over het gebrek aan inhoudelijke bagage van de zichzelf op dit vlak misschien wel minderwaardig wanende collega.
    En “Politieke ruimte creëren”! Wat is dat? Politieke ruimte kunnen we toch niet anders uitleggen dan vrij baan geven aan de D66-wethouders om te doen en laten wat zij willen. De kritiek is dus feitelijk dat de heer Mohr hier zijn controlerende taak als volksvertegenwoordiger te serieus neemt in het licht van de bestuurlijke verantwoording van de wethouders van zijn partij. Wees minder kritisch, want we zijn aan de macht!
  2. Het laatste verwijt is dan toch(!), ondank punt 3, de afwijkende stem, het steunen van een motie tegen eigen de blunderende wethouder. Maar dat wordt dan gelijk afgezwakt; want het zou dan met name gaan op de manier waarop. Leitner: “als Diederik toen had gezegd dat hij blij was dat hij van de fractie afwijkend mocht stemmen was het heel anders gelopen.”
    Geloofwaardig? Als je net hebt gezegd dat het al tijden niet wilde vlotten met de samenwerking en er van alles is geprobeerd?
    Een ieder die de raadsvergaderingen volgt, moet toegeven dat het heldere, consistente optreden van Mohr zeer verfrissend afsteekt tegen het gestuntel van zijn partijgenoten, in het bijzonder in vergelijking met wethouder Van Spijk om maar te zwijgen van een andere collega die herhaaldelijk -maar wel eerlijk- haar beperkingen etaleert met uitspraken als “ik begrijp er geen drol van”. (Dat is overigens de collega die het kennelijk verwijtbaar vindt dat iemand die wel iets begrijpt soms het woordvoerderschap in een commissievergadering van haar overneemt.) Hoe geloofwaardig ben je als je mee gaat in het gerommel? Als je een carte blanche geeft, waar minimaal een gele kaart getrokken hoort te worden. Moet je blij zijn dat je de waarheid mag zeggen?

Negen verwijten en beschuldigingen waar na analyse weinig anders van overblijft dan het beeld van goeddeels eenzijdige kift en rancune. Leitner komt er niet goed van af; van haar geloofwaardigheid als fractieleidster is weinig over. Toch zijn de beschuldigingen wel degelijk ook blamerend voor Mohr. De breuk kan niet alleen aan Leitners incompetentie worden verweten; hier zijn twee mensen niet in staat geweest om op een volwassen manier een compromis te vinden en toen dat niet lukte op een volwassen manier van elkaar afscheid te nemen. Eén ervan was de heer Mohr en hij is vast niet altijd een makkelijk man. Maar moeten politici allemaal maar makkelijke, makke mensen zijn? Zou mevrouw Leitner wel een bijzonder makkelijk en meegaand mens zijn?
Lastig? Ja, op punten ongetwijfeld voor sommigen die individuele integriteit van ondergeschikt belang vinden aan een groepscompromis. Maar wat overblijft is bovenal het beeld van een man met karakter en een rechte rug, die een voor hem belangrijk waarde niet slachtoffert uit machtswellust. Een man die ergens voor staat en zich niet klakkeloos in het fractiebelang (niet te verwarren met partijbelang!) schikt.

Is Mohr een ego die de bühne voor zichzelf claimt? Wie de politiek ingaat, doet dat natuurlijk nooit alleen voor anderen; zelfs Gandhi zal ongetwijfeld op moment of twee in zijn nopjes met zichzelf zijn geweest. Er straalt ook wel een bepaalde ijdelheid af van de heer Mohr. Maar iedere politicus is hiermee behept; hij of zij acteert namelijk per definitie in de overtuiging over bepaalde kwaliteiten te beschikken die hem of haar het recht geven om over belangrijke zaken voor en namens anderen te beslissen. Evengoed, gezien het gestuntel van de D66-wethouders en het zwakke optreden van zijn fractiegenoten, was het voor Mohr, als hij politieke carrière wilde maken, natuurlijk een veel betere strategie geweest zich te schikken in de fractielijn en daarmee bij een partij te blijven die het landelijk erg goed doet. Mohr is nog jong, en zou ongetwijfeld niet lang hoeven te wachten op de kansen om op te gaan voor fractieleiderschap of een wethouderspositie. Met een eigen lijst of deelname aan een splinterpartij zijn de kansen op een politieke carrière nagenoeg volledig verkeken. Kortom, het verwijt dat hij dit vanwege eigen belang op zijn hals haalt, is volslagen belachelijk… Tenzij men kan aantonen dat Mohr een masochist is die van dit soort situaties geniet.  Het tegendeel lijkt echter eerder waar; de fractieleden die blijven zitten, en zwijgend bij de flaters van eigen wethouder toekijken, doen dat uit eigen belang.

Wel blijft van voornoemd verwijt iets anders overeind. Namelijk de vraag: als Mohr er niet op uit was om op overdreven wijze de show te stelen en hij deed, gezien de verwijten van zijn oud-fractiegenoten, dat in de praktijk wel.. Hoe komt dat dan? En dan raken we misschien de kern van de kift en rancune, het onderliggende probleem: een inhoudelijk goed onderlegd, erudiet man die wat betreft integriteit bovengemiddeld hoge eisen aan zichzelf en anderen stelt, trekt de schijnwerpers naar zich toe! De lichtgewichten om hem heen tasten in het duister. Misschien is dat wat erg overdreven verwoord, maar dat Mohr gezien zijn competenties als bedreigend werd ervaren -zeker ook gezien de innuendo over het passeren van anderen fractieleden- en dat hier de uitvloeisels van interne machtsstrijd op straat zijn komen te liggen, is absoluut aannemelijk.

Wie is de grootste verliezer (behalve de kiezer)? De toekomst zal het uitwijzen. Toch misschien niet eens de D66-kiezer! Want de vraag die rond blijft zweven en meer intrigeert dan vraag wie nu gelijk heeft of wie het meeste blaam treft, is de volgende: kan de afdeling D66 Haarlem eigenlijk op deze wijze nog wel met recht de naam en het beeldmerk van D66 voeren?