College van B&W over de Tuin van Jonker: integriteit is simpelweg een kwestie van hardnekkig blijven wegkijken

De burgemeester heeft namens het college van B&W een aantal vragen van de raad trachten te beantwoorden inzake een ingestuurde brief over misstanden in de zaak Tuin van Jonker. De gemeente weigert pertinent de onderliggende vragen inhoudelijk te beantwoorden. De raadsleden hebben in commissie ontwikkeling terecht opgemerkt dat de vragen zowel klachten als integriteitsmeldingen betreffen, maar ook een 19-tal verzoeken waarbij de gemeente volgens de WOB verplicht is documenten te overleggen.
Een vraag die zich sterk opdringt bij het lezen van het omslachtige antwoord is waarom het college zich zoveel moeite getroost om een aantal door een burger gestelde vragen niet te beantwoorden. Ze spendeert kennelijk liever tijd aan procedures en het geven van een valse voorstellingen van zaken aan raadsleden, dan dat ze zich de moeite getroost even wat antwoorden bij elkaar te zoeken. Waarom?
Het is niet zo moeilijk: leg verantwoording over een aantal aangekaarte misstanden. Als het college echt meent dat er niets aan de hand is (quod non), wat is dan het probleem? Licht het toe en het is klaar.
Verder is er een nieuw dieptepunt in deze zaak bereikt. De gemeente speelt het nu op de man: de burger die misstanden aanhangig probeert te maken is de schuldige aan de aanhoudende ellende in dit dossier. Het staat er niet letterlijk, maar de typeringen en uitweidingen zeggen genoeg; de melder, de heer S., is een vervelende zeur.
Maar is dat echt zo? Laten we eens kijken wat er mis gaat:
Aanleiding:
  • “De heer S. …. heeft tegen de gemeente geageerd omdat hij van mening was dat de eigendomsoverdracht van een stukje tuin vanwege verjaring door langdurig gebruik niet terecht was”.
    “Geageerd” en “van mening was”. Daar begint het spinnen al. De betreffende burger S. heeft de lente van 2013 de gemeente benaderd toen zijn buren opeens hun tuin uitbreidden ten koste van een stuk gemeentegrond. Toen uiteindelijk maanden later -zonder dat de gemeente wat deed-  door navraag van de heer S. bij het kadaster bleek dat de gemeente hand had gehad in het overdragen van de grond op basis van verjaring, heeft de heer S. bewijsmateriaal overlegd dat het niet verjaard kon zijn in de vorm van foto’s en getuigenverklaringen. Ook andere omwonenden hebben eerder en later over het onrechtmatig bezetten van het stuk land meldingen gedaan bij de gemeente. De mening van S. -of van wie dan ook- is in deze zaak weinig relevant. De gemeente krijgt een melding van een burger en dient op basis van feiten te handelen en aan de melder terugkoppeling te geven.  Of denkt u daar anders over dan de heer S.?
    Ageren roept de indruk op van strijd; daar was in het begin totaal geen sprake van. S. had best begrip ervoor dat in deze situatie de aard van het eerder afgebakende stukje even uitgezocht moest worden, maar hij begreep niet dat de gemeente dat in den beginne alsmaar niet deed en hij begreep al helemaal niet dat de gemeente niet optrad tegen het ter plekke onder ieders ogen extra ingenomen stuk grond. Zou u anders reageren? Vindt u het fijn als de buren u uw uitloop en uitzicht ontnemen door een stuk gemeentegrond in te pikken? Een stuk grond waarvan met de gemeente en deze buren erbij was besloten dat als parkje in te richten. En dat als er opeens een schutting achter uw huis wordt verrijst en als u dat meldt, dat er eerst niets mee wordt gedaan (en u vervolgens wordt voorgelogen).?
  • “In eerste instantie heeft de gemeente vastgehouden aan de overdracht van de grond vanwege verjaring door langdurig gebruik”. Ook dat klopt niet. De gemeente heeft initieel aan S. verteld dat de grondoverdracht onherroepelijk was omdat de verkopend makelaar een fout zou hebben gemaakt. Uit de stukken blijkt dat dit een door een aantal ambtenaren -inclusief het afdelingshoofd Vastgoed- met elkaar afgestemd leugen is. Bovendien klopt het verhaal natuurlijk van geen kant; hoe kan men iets verkopen wat van een ander is? En omdat er verder op navraag dit niet werd verklaard of gecorrigeerd, diende de heer S. een WOB-verzoek in, zijn eerste ooit, in augustus 2013. Een vervelend man? Eerder verbaasd, geïrriteerd en kritisch. Na een gesprek met de gemeente vertelde de juriste -van wie achteraf bleek de ze overdracht had geregeld, maar dat bleef lange tijd onduidelijk want de stukken die in haar mailbox stonden waren zogenaamd zoek!!!- dat juridische stappen best lang zouden kunnen duren. Een half jaar misschien wel. Dat was waarschijnlijk waar. En in later stadium is S. voorgehouden dat juridische stappen om de grond terug te krijgen juridisch niet haalbaar waren. En ook dat was leugen.Had de heer S. daar genoegen mee moeten nemen? Vervelend dat hij dat niet geloofde?
  • “Na diverse brieven, e-mails en WOB-verzoeken… en nadat de toenmalig wethouder Cassee de stadsadvocaat om juridisch advies had gevraagd… bleek er gerede twijfel te zijn dat er van verjaring sprake zou zijn.”
    Het eerste punt: dat er pas gerede twijfel bij de verjaring bleek toen de stadsadvocaat (in april 2014) om advies werd gevraagd, is bizar. Uiteraard kan dat niet waar zijn en is dat het ook niet (diverse foto’s en getuigenverklaringen van tenminste 3 omwonenden, de heer Jonker jr. en de verkopend makelaar waren al veel eerder aan de betreffende ambtenaren overhandigd. Cassee had uiteindelijk zelf een feitenonderzoek gelast in februari 2014). Er staat feitelijk dat een aantal ambtenaren om hun moverende redenen al die tijd heeft geprobeerd te doen alsof de verjaring mogelijk toch zou kunnen kloppen. En dat is correct. Kunt u zich indenken dat de heer S. enigszins geïrriteerd was door deze gaan van zaken? Proberen verhaal te halen bij mensen die niet in de feiten geïnteresseerd zijn? Voelde hij zich niet serieus genomen? Eerder in de steek gelaten. En veel erger dan dan dat een overheidsinstelling een burger niet serieus neemt, is dat ze integriteit niet serieus neemt.
    Een tweede punt zijn enkele feitelijke onjuistheden waarmee een bepaalde indruk wordt gewekt. Tot het advies van de stadsadvocaat lag er één WOB-verzoek uit augustus 2013 (en dus niet diverse. Maar u begrijpt natuurlijk wel hoe het bedoeld is. Trouwens betreft het een WOB-verzoek dat pas uiteindelijk na in januari 2014 deels en na een beroep op bezwaar in de zomer 2014 voor een ander deel is beantwoord).
    Er lagen inderdaad diverse brieven. Ja, twee toen, het is maar wat je divers noemt. Een uit november en de ander uit december 2013. De ene aan Cassee en de andere aan het college van B&W. Noch de brieven, noch het gros der vragen in de brieven zijn ooit door de gemeente beantwoord! Later heeft de gemeente nog naar aanleiding van een klacht gezegd dat het niet netjes is om geen antwoord te geven op vragen. Maar nog steeds kwamen de antwoorden niet. Wat denkt u wat de heer S. dan doet? Ja, navragen en rappelleren. Dus diverse mails, dat klopt wel. Tientallen en overgrote deel betreft door de gemeente niet beantwoorde mails van de heer S. waarin hij ambtenaren erop wijst dat hij nog geen antwoord op zijn eerdere vragen heeft gehad of dat de deadlines voor beantwoording van zijn WOB-verzoek zijn verstreken. Probeert de gemeente hier een bepaald beeld neer te zetten dat niet klopt? Of is het nu wel duidelijk wat er mis is; de heer S. mag als burger natuurlijk niet zo kritisch zijn dat hij antwoorden op vragen verwacht?
  • “Als er eerder onderzoek naar de historie … zou zijn gedaan, dan zou er hoogstwaarschijnlijk onvoldoende reden zijn om van verkrijging door verjaring te kunnen spreken. In dat geval zou de gemeente niet aan de overdracht hebben meegewerkt.”
    Het is vreemd geformuleerd en er valt van alles op aan te merken (hoe kun je van hoogstwaarschijnlijk spreken als je absoluut uitsluitsel gevende luchtfoto’s tot je beschikking hebt?), maar in de kern is dit juist: de gemeente heeft claim toegekend zonder dat er onderzoek is gedaan naar de feitelijke juistheid ervan. Dat is zeer ongebruikelijk, tegen alle procedures in en bij soortgelijke claims op verjaring ziet men dat de gemeente eerder tot op het onredelijke tegenwerkt dan dat zij zich bereidwillige opstelt en de wethouder er zich mee bemoeit en niet dat een ambtenaar hulp biedt en zonder ook maar iets gecontroleerd te hebben tekent voor een stuk land dat ten eerste niet verjaard is en ten tweede hierdoor vergroot kan worden. Vindt u het raar dat de heer S. dan wel eens wil weten hoe dit nu allemaal zit? Of moet je daarvoor een zeur zijn?
Aanhoudend grieven:
  • “De kwestie is … op advies van de stadsadvocaat hersteld”. Er is helemaal niets hersteld op advies van de stadsadvocaat.  Het idee is natuurlijk duidelijk; we hebben het allemaal niet zelf bedacht, we deden ook maar wat de stadsadvocaat ons voorschreef. Maar niets is minder waar: aan de stadsadvocaat is een slechts gekleurd advies gevraagd met het doel om een derde poging van de gemeente om deze zaak “op te lossen” door het weggeven van grond, te legitimeren. Er zou trouwens volgens de gemeente al eerder advies zijn gevraagd aan de stadsadvocaat. Daaruit zou zijn gebleken dat de grondoverdracht onherroepelijk zou zijn. Toen de stadsadvocaat geen advies wilde fingeren dat deze lezing ondersteunde en toen de claimers van de grond niet wilden meewerken aan een oplossing die ze volgens Cassee zelf hadden bedacht, heeft de stadsadvocaat geholpen met het opstellen van een dagvaarding om zo de oplossing van Cassee door te drukken. Wat zou u doen? Ja, dat deed de heer S. ook, navragen naar hoe en wat dit nu allemaal zo kan lopen. Het verhaal rammelt aan alle kanten.
  • “Tevens is door het deels ongedaan maken van de overdracht en het aanbod aan andere omwonenden om een stukje grond over te nemen de kwestie… afdoende hersteld”.
    Helaas, zelfs als dat zo is: de integriteitsmeldingen zijn daarmee niet van tafel en de klachten over bejegening zijn daarmee natuurlijk niet opgelost. Het grieven van de heer S. ligt niet zozeer in geboden oplossing (dat is ook het misverstand met de Nationale Ombudsman), het ligt in het feit dat de gemeente geen enkele verantwoording aflegt over wat er hier gebeurd is. Er wordt geen onderzoek gedaan naar hoe een duidelijk valse claim op verjaring toegekend is geworden en naar verbazingwekkende feiten zoals dat omwonenden over deze zaak verschillende keren zijn voorgelogen en bedonderd. Nu goed, als de heer S. een geval van fraude meldt en hij krijgt grond aangeboden in plaats van dat de gemeente optreedt of dat hij een steekhoudende uitleg krijgt over het hoe en wat… Wat zou u doen? De grond pakken en de vragen inslikken? Of wilt u toch wel eens van het college van B&W weten waarom het nodig is misdaad te belonen terwijl een straat verder mensen met goede bedoelingen veel geld moeten neerleggen voor een strookje extra groen aan hun huis?
Afhandeling van de klachten:
  • “De nationale ombudsman heeft tot tweemaal toe geconcludeerd dat er geen sprake was van onbewust fout handelen”. De Nationale Ombudsman heeft dat niet geconcludeerd. De Nationale Ombudsman heeft twee deelonderzoeksvragen niet willen onderzoeken omdat hij-ook blijkens de geciteerde tekst- de oplossing wel prima vond. Men kan zich afvragen of de Nationale Ombudsman hier niet over het gelijkheidsbeginsel had moeten zeggen. Maar goed, de gemeente heeft uiteindelijk de ruimtelijke situatie ter plekke opgelost en een gul gebaar gemaakt; dat is waar. Maar dat neemt nog niet weg dat het vreemd is dat de “fout” heeft kunnen gebeuren en aanwijzingen die er liggen wijzen toch overduidelijk richting een bewust opgezette fraude om andere fouten van ambtenaren -die de taak hadden het stukje land ontruimd te krijgen- te verhullen.
    Verder zij opgemerkt dat de onderzoeker van de nationale ombudsman waarschijnlijk de leugens van gemeenteambtenaren voor waar hebben aangenomen: “een fout waarvan niet meer te achterhalen valt hoe die heeft kunnen gebeuren….” en “de luchtfoto’s waren niet beschikbaar”. Beide smoezen zijn aangetoond en bewezen onzin.
    Ook de nationale ombudsman maakt fouten. En dan nog, een reactie van de nationale ombudsman mag geen excuus zijn voor de gemeente om zelf geen verantwoording af te leggen voor eigen optreden. Moet de heer S. er dan maar genoegen mee nemen dat zijn melding niet wordt onderzocht? En dat hij geen antwoord op zijn vragen? Wat denkt u? Mogen ambtenaren zich misdragen zolang de nationale ombudsman het maar niet onderzoekt?
Strafrechtelijke vervolging:
  • “De hoofdofficier heeft… geen enkele aanleiding gezien om een onderzoek in te stellen… “
    Het is onbekend waar de gemeente dat op baseert. De hoofdofficier heeft zelf nooit gereageerd op deze zaak naar omwonenden. Zijn medewerkers bij het Openbaar Ministerie hadden de zaak tot voor kort in behandeling en recent doorverwezen naar de lokale politie. De politie wil vreemd genoeg een aangifte opnemen, terwijl de strafrechtelijke kant van deze zaak juist anderhalf jaar geleden begon bij de weigering van de politie om een deelaangifte inzake dit feitencomplex aan te nemen. De aangifte zal met name gaan over valse verklaringen die zijn afgelegd door het afdelingshoofd Vastgoed  en -inmiddels waarschijnlijk verjaarde en dan moet ook nog eens de horde van het Pikmeerarrest worden genomen- opgezette frauduleuze van de betrokken gemeentelijke juriste. Aan de integriteitsschendingen doet de politie natuurlijk niets. Kortom, het het lijkt niet de juiste weg om dit aan te pakken en het zou slechts gaan over een deel van de misstanden.
    En dan nog, ook hier geldt: dat als een hoofdofficier geen onderzoek instelt, dit een gemeenteambtenaar nog niet ontslaat van zijn verplichting zich integer te gedragen. Wat denkt u? Het OM en de politie gaan die wat doen aan integriteitsschendingen van de gemeenteambtenaren? Of heeft de gemeente hier zelf een verantwoordelijkheid? Tja, als u dat laatste denkt, dan bent u misschien wel een vervelende zeur!
WOB-verzoeken:
  • “De heer S. heeft in 2014 vier WOB verzoeken, in 2015 12 WOB-verzoeken…”
    Het opmerkelijk dat de gemeente deze statistieken kennelijk vrij snel kan overleggen, maar dat ze dat niet kan als het gaat om zaken als goed afgehandelde klachten of binnengekomen claims op verjaring.
    Wat er ook niet staat is dat het begon met één WOB-verzoek in augustus 2013. Een WOB-verzoek waarvan is gepoogd deze af te kopen met een aanbod op grond. Een WOB-verzoek die een tijd helemaal van de radar verdween en waarover behandeld ambtenaar niet meer over wilde communiceren totdat de wethouder ingreep. WOB-verzoeken waarbij -ondanks reclamaties- bepaalde gegevens achter werden gehouden? Waarbij fouten werden erkend, maar pas na tussenkomst van bezwaarcommissie of bestuursrechter werden gecorrigeerd.
    Ligt het aan de heer S. dat er nodeloze procedures worden gestart als hij na tig keer rappelleren naar de bestuursrechter stapt?  En nodeloos omdat hij natuurlijk gelijk heeft en krijgt. Je kan hem dan wel vervelend vinden, maar waarom stuurt de gemeente niet gewoon de informatie op waar hij recht op heeft (zeker als de ambtenaar het al beloofd heeft om te zullen doen?).
    Wat er ook niet bijstaat is dat een deel van de WOB-verzoeken herhaalde verzoeken zijn, omdat de gemeente niet aanlevert wat er is gevraagd of omdat er achteraf toch meer relevant materiaal blijkt te zijn dan dat de gemeente heeft aangeleverd.
    Wat er ook niet bijstaat is dat er al drie WOB-verzoeken eerder zijn geëscaleerd naar de bezwaarcommissie, waarbij het bezwaar twee keer volledig is toegewezen en een keer deels. Ook niet dat er ondanks dat al eerder drie zaken naar de bestuursrechter zijn geëscaleerd waarbij de gemeente ter elfder uren voordat het tot een gerechtelijk uitspraak zou komen, eieren voor haar geld heeft gekozen.
    Wat er ook niet bijstaat is dat slechts enkele van de WOB-verzoeken op een normale, zorgvuldige manier zijn beantwoord. Standaard wordt er niet niet inhoudelijk gecommuniceerd tot aan de bezwaarcommissie aan toe. Bijna altijd wordt er verdaagd met een standaardbrief. En er zijn bijna altijd diverse ingebrekestellingen nodig om uiteindelijk tot een niet-toegelicht en incompleet antwoord te komen. Dat betreft in ieder geval 7 van de 8 WOB verzoeken inzake Tuin van Jonker.
    En waarom het middel van WOB-verzoek? Juist! Omdat er in de zaak Tuin van Jonker anders geen informatie wordt gegeven. Het begon al met het eerste WOB-verzoek in augustus: die werd ingestuurd omdat er totaal geen antwoord werd gegeven op de vraag hoe je nu een stuk grond kan weggeven op basis van verjaring waarvan een deel pas werd afgeperkt nadat de eigendomsoverdracht was geregeld. En het vervolgde in december 2013 met de al eerder vermelde nooit beantwoorde brieven aan Cassee/College. En zo gaat het maar door.
    En laten we als voorbeeld nog eens kijken naar het advies van de stadsadvocaat. Cassee zou dat voor de omwonenden laten opstellen en het met hun delen en bespreken (en zijn gelijk zou aldus blijken). Toen het advies uitbleef en bij navraag de ambtenaar deed alsof ze niet wist waarover het ging (het stuk lag op haar bureau –sterker nog ze was bezig alternatieven haar welgevallige stukken te fixen), werd het tweede WOB-verzoek ingestuurd. Er was vervolgens een bezwaarprocedure nodig om een stuk te krijgen dat voor de omwonenden zou zijn opgesteld. Geheimhoudingsgronden zijn daarbij misbruikt –dat is overigens bijna ook standaard.
    Wat denkt u? Geeft de gemeente geen antwoord omdat de heer S. veel wobt, of wobt de heer S. veel omdat de gemeente geen antwoord geeft? Is het gek om te wobben als men beloofde stukken niet krijgt, of moet S. dat allemaal maar prima vinden? Of kan de gemeente beter naar zichzelf kijken, haar afspraken nakomen en gewoon eerlijk antwoorden geven op gestelde vragen?

Conclusie

  • “Het college deelt echter de conclusie … dat er geen enkel aanknopingspunt is dat er bewust onjuist is gehandeld”.
    Hoe kan het college een conclusie delen als ze zelf niets onderzoekt?  Op basis waarvan? Of weet ze meer? En wat dan? Er ligt namelijk een pak bewijslast van misdragingen tegen een aantal ambtenaren. Waarom kijkt het college er niet naar? Of laat ze tenminste ophelderen wat er heeft afgespeeld om -als ze er zo van overtuigd is- de namen van betrokken ambtenaren te zuiveren? Wat denkt u? Vindt u het net als de heer S. ook verdacht dat zonder dat er onderzoek naar de zaak is gedaan, er toch wordt geconcludeerd (en vooral krampachtig niets inhoudelijks gezegd)? En trouwens, hoe kun je onbewust een advies van een stadsadvocaat dat je voor omwonenden opstelt en hebt toegezegd, tot in de bezwaarcommissie geheim houden?
  • “Daarnaast is het college van oordeel dat alle redelijkerwijs beschikbare stukken geopenbaard zijn… ”
    Dat redelijkerwijs is een beetje een vreemde. Het is in deze zaak vaker gebruikt, en als men dan toch dieper navraagt of men legt het aan de bezwaarcommissie voor dan komt er nog een hele reeks andere relevante documenten boven tafel. Hoe dan ook, de WOB ziet toe op het openbaar maken van gevraagde stukken, niet op een deel van die stukken die een college wel redelijk acht. Wat vindt u, moet de heer S. van zijn rechten afzien omdat de gemeente -zonder zelf de zaak inhoudelijk te kennen- een oordeel heeft wat redelijk is?
  • “Bovendien zit er achter het handelen van ambtenaren en bestuurder in deze zaak geen bewuste strategie om wie dan ook tegen te werken, of zaken te verdoezelen.”
    Zou het een onbewuste strategie zijn? Hoe dan ook het is geen argument om de informatie die wordt gevraagd niet te geven. Wat denkt u? Denkt u dat het de heer S. veel uitmaakt of hij nu bewust of onbewust wordt tegengewerkt? En waarom vermeldt het college dit überhaupt? Kennelijk is dat niet vanzelfsprekend?
 Vraag 1:
  • “De kwestie rond de onfortuinlijke grondoverdracht… “
    De gemeente doet alsof de nieuwe procedures dit soort zaken gaan voorkomen. Dat is echter volledig bezijden de waarheid. De oude procedures waren in het geval van Tuin van Jonker meer dan afdoende geweest mits die gewoon waren gevolgd. Check de claim op basis van luchtfoto’s of ander beschikbaar materiaal in het dossier. Wel zou de zaak Tuin van Jonker kunnen bijdragen aan een verbetering van de integriteit en bestuurscultuur van de gemeente Haarlem. Wat vindt u? Vindt u de praatjes van de gemeente amusant? Of net als de heer S. buitengewoon schijnheilig?
Vraag 2:
  • “Er is sprake van een groot aantal mailwisselingen. Er zijn meer dan 500 pagina’s documenten verstrekt. “ Laat duidelijk zijn dat het karakter van de mailwisselingen uiterst eenzijdig is en meestal een navraag naar status of een rappel betreft. De 500 pagina’s documenten; als je al openbare zaken als wijkcontracten en zonder overleg hele beplantingslijsten meestuurt alsmede een pak door de heer S. zelf aangeleverde documenten en ook nog eens met dubbele toevoeging van eerder vrijgegeven documenten, dan gaat het hard.
    Veel? Ja en dus zou men zo toch denken dat de gemeente ondertussen wel wat antwoorden kan geven op de gestelde vragen omdat ze toch ook wel wat eigenaardigheden moet zijn tegengekomen bij het beantwoorden van de WOB-verzoeken en er ongetwijfeld over gesproken is.
    De voorstelling van zaken die het college hier geeft is ronduit perfide. Er is wat onoorbaars aan de hand en vragen hierover worden stelselmatig niet beantwoord. Niet per mail, niet per telefoon en ook niet in een gesprek.  De gemeente doet alsof met het weggeven van gratis grond alle rare zaken zijn opgelost en de heer S. over niets appelleert. De enige manier alhier het gebeurde en het  daarop volgende enigszins inzichtelijk te krijgen is als burger de zaak zelf te reconstrueren en dat kan dankzij de WOB. En nu bewijslast zich opstapelt is de laatste verdedigingslinie van de gemeente het op de man (de melder) te spelen.
    Wat denkt u: hoeft een gemeente niet op vragen te antwoorden omdat er gewobt wordt of wordt er veel gewobt omdat de gemeente niet antwoordt? Denkt u dat de heer S. graag wobt? Dat hij het jammer had gevonden als in de zomer 2013 de gemeente gelijk had verteld wat er aan de hand was en haar verantwoording had genomen?
  • “Er is diverse malen vanuit de gemeente een aanbod gedaan om over zijn verzoeken in gesprek te gaan.. ”
    Ook hier is weerspiegeling van de situatie bizar en leugenachtig. Spreken kan aantal als je het eens bent over het doel van het gesprek en de voorwaarden waarop je met elkaar gaat spreken. Het gaat om twee gesprekken die uit communicatie erover niet het doel diende om hier nader uit te vinden wat er aan de hand was. Bij de een wilde de gemeente de zaak afsluiten met een gesprekje. In het andere geval maakte de betrokken ambtenaar duidelijk zich te zullen aan trekken van de WOB. Uiteraard wil de heer S. over verschillende zaken best in gesprek, maar er moet iets te bespreken zijn. En uiteraard moet er een basis liggen in eerbiediging van wet- en regelgeving! Overigens heeft de heer S. de afgelopen jaren diverse leden van het college van B&W en kaderleden verschillende malen een onbeantwoord verzoek gedaan om nader in gesprek te treden. Het is hoe dan ook een kinderachtig welles-nietes spelletje om dit als argument te gebruiken om vragen niet te beantwoorden. Maar laat duidelijk zijn: tegenover  de een of twee keer dat de heer S. geen heil zag om een gesprek aan te gaan onder voorwaarden van de gemeente, staat een veelvoud van door de gemeente nooit benutte gespreksverzoeken van de heer S. 
    Wat denkt u? Is een enkele weigering om op een bepaald verzoek op een gesprek in te gaan afdoende reden om een hele reeks met vragen niet te beantwoorden? Een gesprek waarbij al werd aangekondigd dat de vragen niet zouden worden beantwoord? Zou u wel gaan praten? Over uw vakantie?

Vraag 3:

  • Over het wel of niet noemen van de namen van betrokken ambtenaren: “Het college is verantwoordelijk en wordt op het handelen aangesproken. De betrokken ambtenaren kunnen zich ten overstaan van de raad niet verdedigen”.  Met drie keer links komt men ook uit op rechts, maar de echte lezing zou moeten zijn: ambtenaren hoeven zich niet te kunnen verdedigen omdat het college verantwoordelijk is! Maar dit college ziet het als een soort van handicap en dus als een excuus om ze niet te verdedigen.  Het college verstopt zich hiermee achter de anonimiteit van ambtenaren om haar verantwoordelijkheid niet te hoeven nemen.  Want als het college ervoor zorgt dat de betrokken ambtenaren van smetteloos gedrag zijn, dan zijn de namen -van de reeds via een WOB-verzoek geopenbaarde namen- volstrekt neutraal. Wat vindt u? Denkt u niet dat de overbodige geheimhouding van de namen van deze ambtenaren eigenlijk al niet een impliciete schuldbekentenis is?
Vraag 4:
  • Over de klachtwaardigheid van de brief van de heer S.  schrijft het college: “Gezien de voorgeschiedenis is het college van oordeel dat er voldoende is gewisseld.”
    Wat is er voldoende gewisseld en op welke gronden zegt het college dat? In deze zaak zijn er minimaal zes verschillende klaagschriften bij de gemeente ingediend over gedragingen van ambtenaren. Eén daarvan is rond april 2014 officieel in behandeling genomen en op een aantal punten inhoudelijk beantwoord -veel verwezen en ontweken-  er verder nooit opgevolgd. (Zo van: u heeft gelijk, sorry, we hebben uw vragen niet beantwoord, dat is niet netjes… en verder niets!) Eén, een klaagschrift waarin een groot deel van de integriteitsschendingen worden opgenoemd met feiten onderbouwd, is niet inhoudelijk behandeld maar procedureel afgewezen. Van 4 andere is nooit iets meer vernomen (al zijn deze deels weer opgenomen in de eerst genoemde klacht). (De gemeente wordt hierin overigens gesteund door de nationale ombudsman. Overheidsinstellingen hoeven klachten/meldingen betreffende integriteit niet aan te nemen van burgers –er is wel een wettelijke plicht om klachten van ambtenaren te behandelen.) Hoe zou u het vinden als u geen (inhoudelijk) antwoord krijgt op een klacht? Normaal?
Vraag 5:
  • “Zo worden de ervaringen meegenomen bij de Ontwikkeling van het plan van aanpak…”
    Dat is opmerkelijk omdat het bij het plan van aanpak gaat om de aanpak van illegale grond-annexaties. Terwijl in de onderhavige zaak het volgen van de reeds geldende procedures de grondoverdracht had kunnen voorkomen. En zelfs na de overdracht, was eenmalig toetsen tegen de juridische kaders afdoende geweest om snel zonder al te veel gedoe tot een oplossing te komen. Kortom, ambtelijk geleuter om de raad tevreden te stellen dat ze goed bezig zijn, maar de woorden betekenen in deze helemaal niets.
  • “Daarnaast leidt de discussie over de WOB-verzoeken ertoe dat de afhandeling van deze verzoeken steeds beter gaat”. Als men botte weigering om aan de WOB te voldoen (ook in andere zaken) kwalificeert dat het steeds beter gaat, wordt het misschien toch echt dringend tijd iets aan integriteit en klantgerichtheid te gaan doen.
    Wat denkt u bij deze “we gaan alles beter doen” praatjes? Goed bezig?
Vraag 6:
  • Over het voorkomen van nodeloze procedures bij de rechter, zegt het college: “Ondanks dat er veel documenten … zijn verstrekt .. en gaat hij niet in op het diverse malen gedane aanbod om in een gesprek te gaan…
    Het is een merkwaardig argument. In plaats van dat de gemeente zich van de feiten vergewist en de vragen beantwoord, worden documenten overhandigd. Een door S. zelf gedaan aanbod op een gesprek wordt getypeerd als “gaat niet in op diverse malen… “. Terwijl de weigering om het gesprek zinvol en constructief in te steken bij de gemeente ligt. Hoe dan ook, de procedures zijn onnodig omdat als de gemeente gewoon zorgvuldig volgens de WOB handelt is er procedureel verder niet zo veel aan de hand is. Dat de gemeente onwelwillend is om gewone vraag of klacht te beantwoorden, daar kan een burger wettelijk niets aan doen. Maar met wettelijke rechten en plichten is het moeilijk marchanderen.De WOB-verzoeken zijn/waren natuurlijk ook te voorkomen als de gemeente integriteit serieus nam/neemt en zelf onderzoek doet en het niet aan de melder van misstanden overlaat om de bewijslast te verzamelen.Wat denkt u? Zit de heer S. op procedures te wachten? Of zou de gemeente daar op aansturen in de hoop nooit de gestelde vragen te hoeven beantwoorden?
Vraag 7:
  • “Het meldpunt komt tot de slotsom dat de meldingen… niet onderzoekswaardig zijn onder de Regeling Integriteitsmeldingen van de gemeente Haarlem.”
    Dus zonder dat er de intake wordt gedaan volgens de procedure en zonder dat de melder is gehoord, vindt het Meldpunt het al niets? Hoe ver moet een burger een integriteitsschending kunnen bewijzen voordat het meldpunt in actie komt?  En dat is de slotsom? Kunnen we de berekening zien? Ambtenaren mogen dus frauduleuze constructies bedenken om gemeentegrond weg te geven? Ambtenaren mogen dus liegen en bedriegen? Een wethouder mag een groep burgers voor de gek houden Geheimhoudingsgronden mogen misbruikt worden?
    Het is vreemd en het getuigt van een hoge mate van vooringenomenheid. Er hoeft niet naar gekeken te worden want er is nooit naar gekeken? Wat denkt u dat hier meespeelt?

En zo dekt het college de misdragingen van ambtenaren. Door alles bij voorbaat niet onderzoekswaardig te vinden, niet inhoudelijk naar de zaak te kijken, procedureel verstoppertje te spelen en nu ook door het in diskrediet proberen te brengen van de melder van de misstanden. En de heer S., is die nu een vervelende zeur? Ja, allicht soms best wel. Ongetwijfeld speelt daar ook mee dat hij deze talenten gaande weg met hulp van de gemeente goed heeft kunnen ontwikkelen. De gemeente biedt een uitstekende leerschool. Maar dat laat onverlet: alles begon en eindigt in deze zaak met vragen over een uiterst merkwaardige gang van zaken. Een gang van zaken die vervolgens bij het stelselmatig ontwijken en niet-beantwoorden steeds vreemder en onbehoorlijker werd. En net zoals het begon in de lente 2013, weigert de gemeente hier toe te geven dat enkele ambtenaren ver buiten hun boekje zijn gegaan. Het feitencomplex ligt er. En nog altijd kijkt het college weg.